“De meeste waren maken slechts geluid wanneer zij worden geconsumeerd.” (Gerecht van de Europese Unie, 7 juli 2021)
Klik, stil, pshhh…
Is dit het geluid van een aangevraagd klankmerk voor dranken? Het bestaat uit het geluid van het openen van een drankblikje, gevolgd door een seconde stilte, gevolgd door gebruis van ongeveer negen seconden.
Welkom in de wereld van geluidsingenieurs die levensmiddelen akoestisch begeleiden!
De inschrijving van bovenstaand geluidsfragment als klankmerk voor blikjes en dranken werd geweigerd door het Europese Merkenbureau. Klik, stil, pshhh heeft geen onderscheidend vermogen en kan niet als merk dienen. De klanken zijn niet meer dan een aanduiding van de eigenschappen van de producten. Consumenten zullen het dus niet zien als een herkomstaanduiding.
Wat zijn de criteria voor klankmerken?
Op het eerste oog weinig verrassend. En op het tweede oog eigenlijk ook. Maar de aanvrager van het klankmerk ging in beroep en onlangs boog het Gerecht van de Europese Unie zich over de zaak. Merkenrechtelijk gezien is het arrest van het Gerecht toch wel interessant. Het is de eerste uitspraak over een als audiobestand aangevraagd klankmerk. In de uitspraak verduidelijkt het Gerecht de criteria voor klankmerken.
Bij klankmerken gaat het anders dan bij vormmerken, zoals bijvoorbeeld de Toblerone-reep, om een merk dat losstaat van het uiterlijk of de vorm van de producten. Het criterium voor vormmerken, of het merk echt afwijkt van wat gangbaar is, is in beginsel dan ook niet van toepassing op klankmerken.
Klankmerk herkenbaar als merk
Een consument moet een klank kunnen beschouwen als een aanduiding van herkomst en niet alleen (zoals bij klik, stil, pshhh) als een functioneel element van een product, of, in de formulering van het Gerecht, ‘een aanduiding zonder boodschap.’ Een klankmerk moet dus herkenbaar zijn als merk.
Wanneer kan een klank, een melodietje of een tune wel als merk worden geregistreerd? Waar ligt nu precies de grens? Dat is niet altijd goed voorspelbaar. Zo werd het, toch vrij herkenbare, tweetonige Da Dum van Netflix eerder geweigerd, terwijl het gefloten melodietje van Coolblue wel kon. Het is dan ook een zorgvuldig proces om een klankmerk aan te vragen, waarbij de laatste stand van zaken in wetgeving en rechtspraak een belangrijke rol speelt.
Tot slot nog een aardige terzijde. Een commentator merkte op dat het klankmerk eigenlijk al bestond. Maar dan als woordmerk, in de laatste lettergreep van een zeer bekend koel koel koel sissend colamerk...