Roodkapje heeft haar naam of portret zelf nooit als merk laten vastleggen. Jammer, want van de licentie-vergoedingen alleen hadden zij, haar kinderen, kindskinderen en latere nakomelingen in grote weelde kunnen leven. Merkenregisters bestaan alleen niet in sprookjesland.
De bekende brouwerij Rotkäppchen-Mumm Sektkellereien van sekt (de Duitse versie van champagne, kort gezegd) heeft de naam Roodkapje inmiddels wel geregistreerd. Het merk Rotkäppchen wordt gebruikt voor flessen sekt met een rode capsule: letterlijk een rood kapje op de hals van de fles. En hoewel Roodkapje nog minderjarig is, doet zij het heel erg goed als drankmerk. En dat wil deze Duitse brouwer natuurlijk graag zo houden.
Tegen een nieuwe Europese merkaanvraag voor drank werd dan ook direct bezwaar gemaakt. Het gaat hier om een beeldmerk zonder tekst. Niet meer dan een afbeelding van een cape met capuchon. Een rode. Net als die van Roodkapje.
Rode kapjes zijn rode kapjes, of het nou woorden of afbeeldingen zijn, zo was de gedachte van Rotkäppchen-Mumm. De brouwerij baseerde de oppositie op haar eigen woordmerken Red Cap en Rotkäppchen.
Het Europese Merkenbureau (het EUIPO) oordeelde anders. Er is geen overeenstemming tussen de woordmerken en het beeldmerk met de rode cape. Niet visueel, niet auditief en ook niet begripsmatig.
Bij de woordmerken Red Cap en Rotkäppchen zal het relevante publiek (handelaren en opdrinkers) denken aan een rode pet of aan een sprookjesfiguur volgens het Europese Merkenbureau, terwijl het beeldmerk wordt gezien als ‘een in een rode mantel gehulde persoon’. En dat zijn geen overeenstemmende dingen, wederom volgens het bureau. Niet op elkaar lijken is nu eenmaal niet op elkaar lijken. Dat het Duitse drankmerk heel bekend en onderscheidend zou zijn (überdurchschnittlich kennzeichnungskräftig) speelt daarbij geen rol.
Begripsmatig kunnen woordmerken en beeldmerken in theorie met elkaar overeenstemmen. Het woordmerk Tijger zou succesvol bezwaar kunnen maken tegen een beeldmerk van een tijger (voor dezelfde producten of diensten) en het woordmerk Turquoise zou kunnen optreden tegen het kleurmerk turquoise. Uit de zaak Roodkapje blijkt wel dat zo’n vergelijking in de praktijk heel anders kan uitpakken. Ook in het merkenrecht zijn er geen zekerheden en iedere zaak moet op zijn werkelijke waarde worden beoordeeld.