Het Europese merkenbureau heeft onlangs een beslissing genomen in een interessante zaak tussen voetbalgrootheden. Aan de ene kant Panini, de uitgever van onder meer voetbalplaatjes en anderzijds Jurgen Klinsmann, een van de beste Duitse voetballers aller tijden.
Panini gebruikt een voetballer als logo. Klinsmann ook, maar in een andere pose. Ondanks het verschil besloot Panini toch een oppositie in te dienen, omdat hij de logo’s te veel bij elkaar in de buurt vond komen. Panini kreeg gelijk van het Europese merkenbureau: er kon sprake zijn van verwarring.
Klinsmann ging vervolgens in beroep. De beroepsafdeling van het Europese Merkenbureau boog zich erover en oordeelde in tegenstelling tot de uitspraak in eerste instantie dat de merken geenszins overeenstemmend te noemen zijn. Gelet op de totaalindruk van de merken zijn er volgens de beroepsafdeling zo veel verschillen (drie dimensionale tekening versus twee dimensionale tekening, cirkel etc.), dat de twee merken niet lijken. Ook gaat de beroepsafdeling er vanuit dat het relevante publiek niet zal inzoomen op de techniek en soort trap (halve omhaal, hele omhaal) en geeft daarmee aan niet bereid te zijn zo ver in detail te gaan. De oppositie wordt dus alsnog afgewezen.
Je zou dus zeggen, na de 1-0 van Panini maakt Klinsmann 1-1. Maar, voor zover Panini niet in beroep gaat, geldt nog steeds de uitspraak van Cruijff: aan het eind winnen nog steeds de Duitsers.
