In het merkenrecht duikt af en toe een nieuwe term op. Meestal iets weinig verkwikkends als ‘hologrammerk’ of ‘olfactorisch’, maar soms iets mysterieus en spannends als ‘frankensteinen’. De term werd onlangs voor het eerst gebruikt in een vonnis van de Rechtbank Gelderland.
Wist je dat Frankensteinen is een werkwoord is? Buiten het merkenrecht wordt het werkwoord, zo blijkt, ook gebruikt wanneer iets met een stroomstoot tot leven kan worden gewekt: “Wacht even, mijn telefoon is dood, ik moet hem even frankensteinen.” Een hele nuttige uitdrukking. Het werkwoord heeft in het merkenrecht echter betrekking op de fase die in het boek en de film voorafgaat aan die stroomstoot: het aan elkaar naaien van gebruikte onderdelen.
Er wordt hierbij wel onderscheid gemaakt tussen geoorloofd frankensteinen en ongeoorloofd frankensteinen. Het vonnis van de Rechtbank Gelderland gaat over een geschil tussen twee IT-bedrijven, een fabrikant en een tussenhandelaar. Volgens de fabrikant heeft de handelaar zich schuldig gemaakt aan inbreukmakende parallelimport. Met andere woorden, de handelaar heeft merkproducten geïmporteerd die door de merkhouder, de fabrikant, eerder buíten de afgeschermde Europese markt in de handel zijn gebracht.
De fabrikant heeft naar “eigen zeggen geen bezwaar tegen het modificeren van servers door daar bijvoorbeeld extra opslagcapaciteit aan toe te voegen.” Dat gebeurt in de praktijk vaak, maar liever niet dus met (nieuwe of gebruikte) onderdelen van servers uit de ongeoorloofde parallelimport.” Door bestaande servers van de fabrikant te aan te passen met die illegaal geïmporteerde onderdelen, zou er in dit geval sprake zijn van ongeoorloofd frankensteinen van merkproducten.
Geoorloofd frankensteinen wordt dus ongeoorloofd frankensteinen als bepaalde onderdelen illegaal zijn verkregen, bijvoorbeeld door merkinbreuk. (In het boek en de film waren natuurlijk àlle onderdelen illegaal verkregen).
Het is een curieuze, maar mooie term. En uitermate geschikt voor andere ongeoorloofde en geoorloofde merkenrechtelijke kwesties. Denk bijvoorbeeld aan de recente Ferrari-zaak waarin een saaie Ferrari met wat onderdelen werd gefrankensteind tot een spannende Ferrari. Of denk aan het frankensteinen van merkdranken tot mixdrankjes of aan de jassen van modeontwerper Duran Lantink, die niet-verkochte kleding van grote merken in stukken knipt en frankensteint tot nieuwe kledingstukken.
Die term is hopelijk een blijvertje.