Merkenuitspraken gaan soms over de raarste conflicten. Deze keer gaat het over een logo van een lief konijntje dat door het bedrijf Bunnyjuice is ingediend voor kleding en voor ondeugende producten, namelijk sekspeeltjes, in de Europese Unie. Het lieve konijntje blijkt dus een tamelijk ‘stout’ konijntje.
Mercis, de merkhouder van een ander lief konijntje, Nijntje, dient een oppositie in. Diverse varianten van Nijntje zijn als beeldmerk geregistreerd, onder meer voor kleding. En als je deze beeldmerken vergelijkt met het bestreden logo, dan is wel begrijpelijk dat Mercis moeite heeft met het konijntje van Bunnyjuice. Dat vindt het Europese merkenbureau ook en deze instantie wijst de oppositie toe voor de identieke producten waarvoor de betreffende merken zijn ingeschreven (kleding).
Het konijntje van Bunnyjuice is echter ook voor sekspeeltjes e.d. ingediend, producten waarvoor de beeldmerken van Nijntje niet zijn geregistreerd. Om de aanvraag van het konijntje van Bunnyjuice toch tegen te gaan doet Mercis een beroep op de bekendheid van het Nijntje logo. Een bekend merk heeft een ruimere beschermingsomvang en kan ook optreden tegen overeenstemmende merken die voor niet soortgelijke producten en diensten zijn ingediend. Voorwaarde is dan wel dat er door het overeenstemmende merk afbreuk wordt gedaan aan het bekende merk of juist wordt meegelift op de reputatie van het bekende merk.
Bewijs indienen van de bekendheid van je merk blijkt telkens weer een lastige hobbel. Ook hier. Mercis dient uiteenlopend bewijsmateriaal in en wijst onder meer op de verschillende prijzen die Dick Bruna heeft gewonnen. Maar dit mag niet baten, want het Europese merkenbureau ziet geen bewijs waaruit blijkt dat het logo bekendheid heeft bij het relevante publiek voor de producten waarvoor de merken zijn ingeschreven. Bewijs dat bekendheid aantoont is iets wezenlijks anders dan bewijs dat het merk wordt gebruikt. De nadruk bij bewijs van bekendheid ligt bij bijvoorbeeld marktonderzoeken die aantonen dat de consument het merk direct herkent. Helaas voor Mercis wordt de oppositie op dit punt afgewezen.
